Afgelopen zomer kwamen in het reguliere nieuws de berichten voorbij dat architecten een zware tijd tegemoet gaan. Met name bureaus die gespecialiseerd zijn in woningbouw merken dat projecten stilvallen en het werk opdroogt. Dit bleek uit een rondgang van Nieuwsuur onder 195 leden van de Branchevereniging Nederlandse Architechtenbureaus (BNA). De vraag is dan ook: overleeft de architect 2024? We spraken hierover met interieurarchitect Remy Meijers uit Utrecht.
1. Laten we meteen maar met de deur in huis vallen: overleeft de architect het jaar 2024?
Remy: “Als ik alleen naar mezelf kijk, dan weet ik zeker dat ik zal overleven. En dat geldt ook voor de jaren erna. Ik richt me namelijk heel specifiek op projecten voor het hogere segment. Mijn opdrachtgevers hebben het eigenlijk nooit over geld. Ze kunnen projecten, die soms een paar jaar in beslag nemen, vaak zelf financieren. Dus ik verwacht geen problemen.”
“Maar ik denk wel dat de grotere bureaus minder aanvragen krijgen. Men zal ervaren dat een groot deel van de markt de hand op de knip houdt. Het middensegment gaat on hold. Het zal lastig worden om je personeel aan het werk te houden. En ze ervaren het nu al: de telefoon gaat minder. Ik hoor deze geluiden van collega’s in de branche.”
“Maar, de architect zal het wel overleven. Of anders gezegd: het vakmanschap zal ná 2024 nog zeker bestaan!”
2. Zijn architecten dan ondernemend genoeg om ook daadwerkelijk dat potentiële doemscenario te overleven?
“Tja… het verschilt. De ene architect is de andere niet. Sommigen zijn kunstenaars die het succes overkomt, anderen zijn juist heel erg bewust commercieel… Maar het zal wel essentieel zijn, voor je voortbestaan, om te kijken of je de eigen scope kunt verbreden. Je zult op zoek moeten gaan naar alternatieven. En ja, daar hoort ook een stukje innovatie bij.”
“Hoe ikzelf innoveer? Wel, ik heb me altijd bezig gehouden met interieurarchitectuur maar ik zie in de markt dat die uitdagingen vaak groter en omvangrijker worden. Daardoor ‘groei’ ik naar exterieur buitenarchitectuur. Ik heb het – weliswaar met een samenwerkingspartner (Barry Broekhuijse) hierin – ineens ook over gevels. Daarnaast doe ik meer en meer projecten in het buitenland. Eigenlijk is dit een combinatie van proces- en productinnovatie. Ik ben feitelijk aan het opschalen.”
3. Heeft Artificial Intelligence gevolgen voor het vak en misschien al heel direct voor 2024?
“Ik erken dat ik wat angstig ben voor AI. Ik hou namelijk van het oude ambacht. Het tekenen. Het menselijk contact. Natuurlijk sluit ik mijn ogen niet voor AI maar ik weet er nog te weinig van. Het zal een ieders bedrijfsprocessen zeker beïnvloeden. Ik denk dat er twee grote gevolgen zullen zijn voor ons vak. Als eerste zullen de mindere Goden maar die wel handig zijn met AI, een groter marktaandeel weten te veroveren. En ten tweede: ik denk dat consumenten er al zelf mee aan de slag gaan. Ze zullen ons vaker duidelijker voorleggen hoe ze het willen hebben, met schetsen uit AI-programma’s.”
“Voor architecten is er dus de uitdaging om AI uiteindelijk te omarmen. Ik ben zelf nog niet zo ver, maar ik verwacht wel dat je alle creatieve ideeën op een andere manier gaat visualiseren.”
4. Welke tips hebt u voor de architecten van Nederland om … 2024 te ‘overleven’?
“Als eerste: blijf trouw aan waar je voor staat. Weet welk merk je bent, blijf bij je kernwaarden en eigen signatuur. Maak geen gekke bokkesprongen. Maar zorg ook dat je niet in de kramp schiet of dat je in paniek raakt als het allemaal even wat tegenzit door alle genoemde factoren in de markt. Vraag je sowieso af of je een andere markt kunnen kunt aanboren zonder je eigen basis te verliezen.”
“Maar bovenal: zorg voor wat Fuck You Money op de bank. Een buffer om klappen op te vangen. Als er wat gebeurt waardoor je in omzet terugvalt, dan moet je het kunnen uitzingen waardoor je toch ‘Nee’ kunt zeggen tegen projecten die niet in je scope vallen. En daarmee is het cirkeltje rond: je blijft trouw aan jezelf. Maar… ontwikkelt je zelf wel.”